Boris Everwijn, voormalig projectmanager IV Slim WM: ‘Samenwerken zit in mijn DNA’
Vanaf de zomer van 2023 tot juli 2024 was Boris Everwijn projectmanager voor de Informatievoorziening Slim Watermanagement (IV Slim WM). Hij heeft vooral gewerkt aan voorbereidende werkzaamheden voor de realisatiefase .
Boris Everwijn is geen onbekende in de watersector. Zo heeft hij als programmamanager het Informatiehuis Water opgezet en was hij plaatsvervangend directeur bij het Waterschapshuis. Nu is hij projectmanager voor de IV Slim WM. En hij heeft er zin in. ‘We gaan er met z’n allen iets moois van maken.’
Hoe is het gekomen dat je projectmanager voor de IV Slim WM bent?
‘Heel simpel: ik werd gebeld met de vraag of ik interesse had. Gezien mijn ervaring met het opzetten van het Informatiehuis Water – een soortgelijk project – en ervaringen met softwareontwikkeling in het bedrijfsleven daarvoor, kwamen ze bij mij uit. Ik heb niet meteen ja gezegd, maar heb me eerst verdiept in de inhoud. Vervolgens kwam ik tot de conclusie dat ik nut en noodzaak van de IV Slim WM volledig onderschrijf. En dat het me een heel interessante functie leek. Ik ben voor de zomer langzaam opgestart en sinds augustus officieel projectleider voor de IV Slim WM.’
Wat is je eerste indruk?
‘De eerste indruk van Slim Watermanagement en de IV Slim WM is goed. De watersector is een hechte gemeenschap. Veel mensen ken ik nog van vroeger. Dus het voelt een beetje als thuiskomen, als een warm bad. Als projectmanager IV Slim WM val ik onder het programma Slim WM. Maar ik wil benadrukken dat ik niet van één organisatie ben: ik ben niet van Rijkswaterstaat, de waterschappen of het Waterschapshuis. Ik stel me onpartijdig op en heb het verder helpen van de watersector tot doel.’
Waar ben je op dit moment mee bezig?
‘Ik ben me de inhoud van de IV Slim WM nog meer eigen aan het maken. Waar gaat het om? Waar staan we? Wat moet er gebeuren? Dat doe ik door kennis te maken en gesprekken te voeren met allerlei mensen. Voorlopige conclusie is dat we snel een aantal keuzes moeten gaan maken. Dat is nodig om de vaart erin te krijgen, om door te kunnen. Om van drie pilotschermen te gaan naar landelijke dekking van zes regio’s en een landelijk informatiescherm dat gestoeld is op een duurzame oplossing, vraagt een veelvoud aan weloverwogen besluiten.
Een voorbeeld van zo’n keuze is de inkoopstrategie: hoe gaan we de IV Slim WM bouwen en inkopen? Daarbij hanteren we het uitgangspunt van hergebruik boven koop en koop weer boven zelf laten ontwikkelen. Maar kan dat bij de IV Slim WM wel? Dat vraagt het nodige uitzoekwerk. Eerst divergeren – breed kijken, goede vragen stellen – en daarna convergeren. Dit moet begin 2024 tot concrete resultaten leiden met een Project Start Architectuur (PSA) en een realisatieplan. Genoeg te doen dus!’
Wat zie je als de grootste uitdagingen voor de IV Slim WM?
‘Een grote uitdaging voor de waterbeheerders is hun data laten stromen. Daarmee bedoel ik dat de waterschappen en Rijkswaterstaat ervoor moeten zorgen dat hun data kwalitatief op orde én beschikbaar moeten zijn voor de IV Slim WM. We willen er met de IV Slim WM immers voor zorgen dat realtime data van Rijkswaterstaat en de waterschappen op één scherm tegelijkertijd te zien zijn en dat we op basis daarvan in tijden van dreigende wateroverlast of droogte – wanneer afstemming tussen waterbeheerders nodig is – betere besluiten kunnen nemen.
Een andere uitdaging is het landsdekkend uitrollen van de IV Slim WM. Vier Slim WM-regio’s maken op dit moment gebruik van drie pilot informatieschermen Slim WM. Daar gaan we eerst mee aan de slag. Uiteindelijk willen we ernaartoe dat iedere waterbeheerder IV Slim WM heeft. Daarbij gaat het niet om moeten. We willen dit niemand door de strot duwen, maar vooral laten zien dat de IV Slim WM waterbeheerders helpt. Ik geloof er echt in dat we met deze tool betere keuzes kunnen maken in het waterbeheer; keuzes die we anders niet zouden kunnen nemen en waarmee we calamiteiten kunnen voorkomen. Tegelijkertijd weten we in de sector ook: helemaal voorkomen is onmogelijk. Maar juist in de kritieke fase kunnen we betere besluiten nemen met elkaar.’
Wat is je planning voor de IV Slim WM?
‘De eerste mijlpaal waar we naartoe werken, is het vervangen van de functionaliteiten van de huidige drie pilotschermen. Dat moet eind 2025 gebeurd zijn. Dan zijn vier Slim WM-regio’s – wat neerkomt op dertien waterschappen en Rijkswaterstaat – over op een systeem dat te beheren is. 2025 klinkt misschien ver weg, maar is het zeker niet. We moeten nog veel doen, veel beslissingen nemen om op dat punt te komen. En daar gaan we met z’n allen ook heel hard ons best voor doen. Zodat we met de IV Slim Watermanagement echt iets goeds opleveren, wat over vijf of tien jaar ook nog doet wat het moet doen.’
Wat gaat er na 2025 gebeuren?
‘Dan gaan we vooral door, want we zijn er dan natuurlijk nog niet. Na 2025 gaan we in de informatiebehoefte voorzien van de resterende Slim WM-regio’s, waarbij acht waterschappen betrokken zijn. Zodat we eind 2026, begin 2027 een landsdekkend informatiesysteem hebben. Dit systeem is onder de motorkap voor iedereen gelijk, maar de schermen – dat wat de Slim WM-regio’s zien – zijn regionaal geconfigureerd. Elke regio krijgt een eigen informatiescherm, waarop ze alleen zien wat ze nodig hebben om het waterbeheer beheergrensoverschrijdend te kunnen uitvoeren. Eind 2027 start de beheerfase van de IV Slim WM.
Overigens betekent dit tijdpad niet dat de Slim WM-regio’s die nu geen pilotscherm hebben niet mee mogen doen. Integendeel: ik ga ze nadrukkelijk uitnodigen om in 2024 mee te praten over de functionaliteiten van de IV Slim WM. Samenwerken zit in mijn DNA, en dat hoop ik als projectmanager IV Slim WM met alle 21 waterschappen en Rijkswaterstaat te gaan doen. Zodat we een product maken waar we met z’n allen trots op kunnen zijn!’